Twee bijzondere lichtgele ogen keken naar voren en grote poten stapte in het water. Het water kwam nu tot haar middel en soms weer wat hoger, ze was vlakbij het kamp, daar zal ze haar vers gevangene forel op de prooistapel leggen en kijken hoe het in het kamp toe gaat. Ze was helemaal nat, maar dat gaf niet, aangezien het vandaag warm was en ze vlug opgedroogd zal zijn. Toen ze bij het kamp aankwam, ging ze niet via de ingang, maar anders. Toen ze het eiland opging, hoorde men pootstappen op de droge grond. Dus ook Honeyward, de Guard die bij de ingang de wacht hield. Wolfclaw bleef rustig staan, toen ze gegrom hoorde, Honeyward had haar opgemerkt. De grote teef liep richting de naderde Honeyward en begroette haar vriendelijk, ''Hoi Honeyward, ik zie dat je het goed doet, er is geen indringer in het kamp'' ze wachtte even en ging weer verder. ''Je kunt straks wel even de grenzen bekijken, ik zal wel met je mee gaan'' beval ze de hond. Honeyward was vroeger een Collardog geweest, een leven wat ze niet verdiende, nu was ze een trotse lid van de Wavepack. ''Ik ga eerst nog wat dingen in het kamp regelen, zodra ik klaar ben, kunnen we gaan'' vervolgde ze en ze ging even zitten. Toen er een pup langs rende, pakte Wolfclaw hem bij zijn nekvel, zodat hij het kamp niet uitging. Wolfclaw stond weer op en keek omhoog, ''Het is een rustige tijd, te rustig als je het mij vraagt.'''ze pauzeerde even, nadenkend over deze tijd. ''We moeten op een aanval berekend zijn, ik zal met de leider overleggen'' vervolgde ze en toen draaide ze zich om, maar bedacht zich opeens. ''Honeyward?'' ze draaide zich weer om, ''Hoe vindt je het hier? Verlang je niet soms naar je vroegere leven?'' vroeg ze aan de Guard.