Het was vroeg, het dauw lag nog op de struiken en het gras.Sommige vroege vogels floten al een ochtendliedje. In zijn eentje liep daar Jordan een grote krachtige rottweiler. Ondanks dat ie zo groot was en zoveel kracht uitstraalde en had was hij toch zachtaardig en vriendelijk. In een beet met zijn sterke kaken kon hij een honden nek verbrijzelen. Maar het enige wat hij doode waren muizen, eekhornen, ratten en soms ook een hert of evertzwijn. Maar nog nooit had hij een hond gedood en dat zou hij ook noit gaan doen hoopte die. Met zijn neus omlaag snuffelde hij aan de grond, hij rook water. Op een drafje begon hij te rennen naar het meertje toe. Dat lag midde tussen een paar bomen verscholen, er was ook een groot grasveld waar hij in het mide makkelijk een hol kon graven. Opgewonden sstapte hij rond op zijn nieuwe plek. Hij had besloten...Dit werd zijn domein. Snel mankeerde hij zijn territorium. Daarna begon hij te graven, steeds sneller kwam er een hoop aarde achter zijn achterpoten. Nadat hij het hol goed had aafgekwertkt. Stampte hij de aarde achter zich aan. Hij kroop zijn hol in en maakte de binnenkant ruimer. Door de voorkant kwam helder licht naar binnen. Jordan kroop er weer uit en schudde zijn vacht uit, rende naar het meertje en plonste er in. Nadat hij wat water had gedronken en zijn vacht weer mooi zwart en bruin was klom hij er uit en ging liggen zonnen.
[iedereen welkom, jordan heeft geen zin in een gevecht]